Bij de stad Kars, gelegen in het oosten van Turkije aan de achterkant van de berg Ararat, ligt een klein dorpje. De enige overgebleven Rus van de Molokaanse sektariërs, Mishka, woont in dit dorp. De afgelopen jaren heeft hij financiële problemen moeten doorstaan, omdat de wonderen van de vooruitgang de behoefte aan zijn molen hebben verdrongen en hem dienovereenkomstig van zijn belangrijkste bestaansmiddelen hebben beroofd. Mishka mist zijn sektariërs enorm. Om zijn eenzaamheid op te fleuren, speelt hij 's avonds piano. Een oude eenzame vrouw genaamd Popuch woont ook in het dorp. Ze heeft een enorme haat tegen Mishka en wil de hele tijd van hem af. Hoewel de mensen om hen heen neutraal blijven in hun relatie, kunnen ze niet begrijpen waarom er zo’n vijandigheid tussen hen bestaat. Later blijkt dat ze elkaar al heel lang kennen. Dan beginnen oude geheimen over hun onderlinge relatie naar boven te komen.