Aan het begin van de 9e eeuw lijkt het leven van Johanna von Ingelheim vrij voorspelbaar. Hard werken op het Duitse platteland, trouwen, kinderen krijgen en jong sterven. Maar Johanna denkt dat God een ander plan met haar heeft. Ze ontvlucht haar geboortedorp en ontmoet graaf Gerold. Als hij de Noormannen gaat bevechten trekt Johanna naar Rome, waar ze vermomd als man als arts in het pauselijk verblijf gaat werken.